vrijdag 24 april 2015

Natuurpunt: het andere verhaal


In de berichtjes over het beheer van het vennengebied

Natuurpunt geeft het voorbeeld?
Dringend gevraagd: nieuwe vitale bossen
heb ik enkele kritische vragen gesteld bij het rooien van de bossen door Natuurpunt.

Naar aanleiding van dit laatste had ik een gesprek met iemand van Natuurpunt. Hier volgt het andere verhaal, bekeken vanuit de natuurvereniging.

Het Turnhoutse Vennengebied is erg waardevol. Het is één van de weinige resterende natte heidegebieden. Daarom wordt het beheer en de ontwikkeling ook door Europa ondersteund. In de bossen er rond is er nog bodem aanwezig waar de pollen van de heide overleefd hebben en niet vernietigd zijn door landbouwactiviteit of andere bezigheden.De heide heeft in het verleden een grote rol gespeeld in het kunnen overleven in armoede; ze voorzag in brandstof, voeder voor de schapen en leverde meststof voor het land.

De Amerikaanse eik, die overal te zien is, is een exoot. Hij beschermt zich door de bodem rond zich te verzuren en kwistig zijn vruchten uit te zaaien. Daardoor groeit er niet veel anders meer in zijn geburen. Bovendien herbergt hij weinig insecten. Het is een erg armzalige boom. Een bos met Amerikaanse eiken kan men zelfs met moeite een bos noemen.

Door het rooien van zulk 'n bos en dit te vervangen door natte heide creëert Natuurpunt dus een enorme meerwaarde. Daarvoor is de vereniging niet genoodzaakt de gerooide bomen te compenseren. Dit wordt ook zo erkend door de overheid en maakt deel uit van het betreffende beheersplan.

Doorheen de weiden lopen dreven die ook vaak met Amerikaanse eiken zijn afgezoomd. Deze blijven bewaard vanwege hun cultuurhistorische waarde. Toch is dit ook niet onbesproken. Vleermuizen gebruiken lineaire structuren (waaronder ook deze dreven) om zich te oriënteren. Maar tegelijkertijd zijn deze lijnen ook barrières. Doordat de bomen schaduw geven, een licht koeler micro-klimaat creëren, vormen ze een moeilijk te overschrijden lijn voor o.a. gentiaanblauwtjes. Deze vlinders zijn erg gevoelig voor lichte temperatuurschommelingen.

Om de vennen te behouden is het van belang dat
  • de zuurtegraad laag blijft (en er dus zeker geen bladafval van Amerikaanse eik in komt)
  • de wind vrij spel blijft houden over het wateroppervlak (om verlanding tegen te gaan)
Daarom worden de meeste vennen rondom ontdaan van bomen.

Door de vennen en de omliggende weilanden zo te beheren krijgt men veel insecten, veel weidevogels... 

Om u nog even te laten genieten van het mooie landschap hier nog enkele foto's (foto302, foto303, foto304). Dit is nog het meest overtuigende argument...

De bovenliggende argumentatie is intussen ook op internet verschenen: Bomen kappen voor de diversiteit (bron). Ook in GVA verscheen een artikel: Kappingen hebben resultaat. (bron). In dit artikel wordt aangehaald dat de kappingen blijkbaar de biodiversiteit versterken: het bont dikkopje is al waargenomen, maar ook diverse bedreigde of kwetsbare broedvogels zoals de boomleeuwerik, de boompieper, de wielewaal, de gekraagde roodstaart. Ook inheemse planten zoals kleine zonnedauw en moeraswolfsmelk, keren terug. Deze argumentatie kan ik wel niet erg volgen: de kappingen zijn nog maar net gedaan en toch zou dit al invloed hebben op de aanwezige vogels en planten? Ik geloof er niet veel van... En dus een kijkje genomen op de site waarnemingen.be. Daarin zie ik dat de verschillende vogels en planten die aangehaald werden ook al in 2010 werden waargenomen. Ze zijn dus zeker geen nieuwigheid in de vennen, laat staan dat ze te danken zouden zijn aan de kappingen.
In het boek "Vogelzang in Nederland"  vindt men op p. 154 - 155 een overzicht van de vogels per biotoop. We overlopen even de vogels wiens voorkomen aan het kappen van de bomen worden toegeschreven:
  • de boomleeuwerik komt veel voor in loofbos, komt veel voor in heide, komt voor in duin
  • de boompieper komt veel voor in loofbos, komt veel voor in heide, komt voor in duin
  • de wielewaal komt veel voor in loofbos
  • de gekraagde roodstaart komt sporadisch voor in bebouwing, komt voor in park en tuin, komt veel voor in loofbos, komt voor in naaldbos, komt sporadisch voor in heide en in duin
Dus al met al heeft men door het kappen van de bos de kans verminderd dat de vermelde soorten zullen voorkomen.

Hiermee wil ik niet zeggen dat het rooien van de bomen misschien vogels en ander leven zal aantrekken dat er anders niet zou zijn, maar men heeft ook wel een deel leven weggenomen. Ik wil hier enkel zeggen dat de vermelde waarnemingen moeilijk of niet gebruikt kunnen worden om de kappingen te rechtvaardigen.

Natuurpunt zou m.i. zuiverder in zijn schoenen staan als men de bomen (ook de Amerikaanse eiken) zou compenseren in de onmiddellijke omgeving. Zo zouden tegenstanders die het fenomeen van het ontbossen door de vereniging aangrijpen om deze aan te vallen, de mond gesnoerd kunnen worden. (En zou ik ook tevreden zijn).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten